Tussen de sporen van Thurn & Taxis groeide geen gebouw, maar een gemeenschap.
Wat ooit een vergeten zone was, werd een levende commons — een plek waar stad, natuur en mens opnieuw leren samenwerken.
Parckfarm ontstond niet uit één hand, maar uit vele: buurtbewoners, kunstenaars, ontwerpers en boeren vormden samen een publieke ruimte waar zorg, ontmoeting en voedsel elkaar kruisen. Een houten paviljoen, gebouwd uit hergebruikte materialen, fungeert als hart van het park — een open keuken, marktplaats en schuilplek tegelijk.
Hier wordt architectuur tijdelijk, collectief en tastbaar: geen bezit, maar een infrastructuur voor relaties.
De tuin groeit in ritme met de seizoenen; bewoners oogsten, koken en delen verhalen.
De plek ademt een nieuw stedelijk ritueel uit — dat van delen in plaats van hebben.
Parckfarm toont hoe een stad kan genezen door samen te zorgen,
hoe ruimte een verbinder wordt tussen mens en aarde,
en hoe het alledaagse – een maaltijd, een gesprek, een stukje grond –
de basis kan vormen van een ander soort toekomst.